Extramurale veneuze invasie bij patiënten met een rectumcarcinoom : overeenkomst tussen klinische EMVI op MRI en pathologische EMVI na resectie


P.D. Gobardhan, E.Q.W. Spoon, J.J.C. Tersteeg, P.A.M. Kint, R.M.P.H. Crolla, J.M.J. Schreinemakers

Vrijdag 30 november 2018

11:08 - 11:15u in Zaal 4

Categorieën: (V) vrije voordracht, Colorectaal (maligne), Gastrointestinale chirurgie

Parallel sessie: V04 GE


Introductie

Extramurale veneuze invasie (EMVI) heeft een negatieve invloed op de prognose van patiënten met een rectumcarcinoom. Echter, aanwezigheid van EMVI op de preoperatieve MRI-scan geldt in Nederland niet als criterium voor neoadjuvante therapie. Het onderzoeksdoel is beoordeling van de overeenkomst tussen aanwezigheid van EMVI op MRI en pathologische EMVI.

Methode

Een retrospectief observationele 'single centre' studie werd uitgevoerd in een groot STZ ziekenhuis in de periode April 2014 tot Januari 2018. Alle patiënten werden geïncludeerd die een chirurgische resectie van een rectumcarcinoom ondergingen en preoperatief een MRI-scan hadden gehad. Patiënten werden verdeeld in drie subgroepen: (1) kortdurende radiotherapie, (2) chemoradiotherapie + 8-10 weken wachten, (3) geen voorbehandeling. Klinische EMVI positiviteit (cEMVI+) was gedefinieerd als aanwezigheid van EMVI op de preoperatieve MRI-scan, beoordeeld door een gespecialiseerd radioloog. Pathologische EMVI positiviteit (pEMVI+) werd gedefinieerd als extramurale veneuze invasie in het chirurgisch gereseceerde weefsel.

Resultaten

In totaal zijn 524 patiënten geïncludeerd. In 18.0% (17/94) van de patiënten met EMVI op MRI werd ook pathologische EMVI gediagnostiseerd. Indien er sprake is van EMVI op MRI was er bij 6/22 patiënten na korte radiotherapie (23.4%), 6/57 patiënten na chemoradiotherapie (10.5%) en 5/15 patiënten zonder voorbehandeling (33.3%) tevens pathologische EMVI.

62.5% (17/24) van de patiënten met pathologische EMVI had tevens EMVI op de preoperatieve MRI scan. Bij 24 patiënten (4.5%) met pathologische EMVI was er sprake van EMVI op MRI bij 6/9 patiënten na korte radiotherapie (66.6%), 6/7 patiënten na chemoradiotherapie (85.7%) en 5/8 patiënten zonder voorbehandeling (62.5%).

Conclusie

In 18.0% (17/94) van de patiënten is er zowel aanwezigheid van EMVI op de MRI scan als pathologische EMVI. Indien er sprake is van pathologische EMVI, dan werd dit in 62.5% (17/94) van de patiënten op de preoperatieve MRI-scan tevens waargenomen.

EMVI op MRI versus pathologische EMVI.
Pathologische EMVI versus EMVI op MRI.