F.J.M. Roos, M.M.A. Verstegen, J.W. Poley, M. Bruno, G.W.M. Tetteroo, J.M.N. IJzermans, L.J.W. van der Laan
Vrijdag 30 november 2018
11:32 - 11:39u
in Zaal 1
Categorieën: (V) vrije voordracht, Algemene chirurgie
Parallel sessie: V01 Algemene chirurgie
Introductie
Biliaire atresie is de voornaamste indicatie voor een pediatrische levertransplantatie. Hetgeen de noodzaak voor een goed galweg-celmodel illustreert. Recentelijk is ontdekt dat extra-hepatische cholangiocyte organoiden (ECO's) kunnen worden gekweekt uit galwegweefsel. Het gebruik van weefsel is een groot nadeel, daarom onderzochten wij of ECO's ook vanuit gal kunnen worden gekweekt.
Methode
Gal ECO's (GECOs) werden gekweekt met behulp van gepubliceerde ECO protocol. Gal werd verzameld uit de donorgalblaas verkregen bij lever transplantatie, bij een endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP), of van een percutane trans hepatische galwegdrain (PTC). ECO's zijn gekweekt uit drie verschillende galblazen en vervolgens vergeleken met GECOs op gen- (qrt-PCR), eiwit- (immunohistochemie, immunofluorecentiemicroscopie en western blot) en op functioneel niveau door het testen van specifieke galwegcel transporters (Ussing chamber set-up).
Resultaten
GECO kweken konden worden geïnitieerd vanuit één ml gal. Ze konden effectief (8/9 pogingen) worden geëxpandeerd vanuit alle bronnen van gal bij patiënten met diverse galwegziekten. GECO's en ECO's waren vergelijkbaar op gen- en eiwit niveau wat betreft specifieke galwegcel markers en de afwezigheid van lever- of stamcel markers. Bovendien hadden beide groepen eenzelfde expressie van galwegtransporters en reageerden ze op dezelfde manier op stimulatie en remming van deze kanalen. Tenslotte hadden organoïden van een patiënt met leverfalen door cystische fibrose geen CFTR activiteit, hetgeen aantoont dat deze cellen kunnen worden gebruikt als ziektemodel voor het bestuderen van patiënt-specifieke ziektes.
Conclusie
V01Onze studie toont aan dat gal een nieuwe minimaal-invasieve bron is voor het kweken van patiënt-specifieke ECO's. Dit opent nieuwe deuren voor het bestuderen van autologe galwegregeneratie en het ontwikkelen van nieuwe patiënt-specifieke ziekte modellen.