Veranderingen in toepassing van chirurgische excisiebiopten gedurende twintig jaar bevolkingsonderzoek naar borstkanker


J.D. Luiten, A.C. Voogd, V.C.G. Tjan-Heijnen, J. Wesseling, E.J.T. Luiten, L.E.M Duijm

Vrijdag 30 november 2018

11:24 - 11:31u in Zaal 6

Categorieën: (V) vrije voordracht, Oncologische chirurgie, Mamma

Parallel sessie: V06 Oncologie


Introductie

Het chirurgisch excisie biopt (EB) was de gouden standaard voor het verkrijgen van een definitieve weefseldiagnose bij potentieel maligne afwijkingen op mammogram. Gezien een EB de beoordeelbaarheid van toekomstige mammogrammen kan verminderen werd met de komst van een percutaan dikke naald biopt voorspeld dat deze chirurgische techniek zou worden verlaten.

Methode

In de periode januari 1996 tot januari 2016 werden van 777,151 screeningsmammogrammen uit het bevolkingsonderzoek regio zuid (BOBZ) de toepassing van EB geanalyseerd. In totaal werden 17.001 (2.2%) vrouwen verwezen waarvan 1.006 (5,9%) vrouwen, die een EB ondergingen, werden geïncludeerd. Er werd onderscheid gemaakt tussen een primaire EB en een excisiebiopt voorafgegaan door een percutaan biopt; secundair EB.

Resultaten

454 (45,2%) EB toonde een benigne pathologie uitslag. Dit percentage steeg van 34,5% (1996-1997) naar 77,0% (2014-2015; p<0.001). Het totale aantal EB per 1000 vrouwen daalde van 5.0 (1996-1997) naar 0.6 (2014-2015; p<0.001). Aanvankelijk werden 4,2 per 1000 EB uitgevoerd als primaire procedure, hetgeen daalde naar 0,02 per 1000 (p<0.001). Sinds 2009 zijn er 19 primaire EB uitgevoerd, voornamelijk vanwege onmogelijkheid tot het verrichten van een percutane biopsie (68,8%). Het aantal secundaire EB per 1000 vrouwen daalde van 0.8 in 1996-1997 naar 0.3 in 2006-2007 (p <0,001), waarna het aantal weer steeg naar 0.6 per 1000 in 2014-2015 (p=0,005)

Conclusie

De afgelopen twintig jaar is het gebruik van EB significant gedaald. Het aantal secundaire excisiebiopten daarentegen is sinds 2008 significant gestegen, waarbij de meerderheid (77,0%) een benige pathologie uitslag laat zien. Gezien EB de betrouwbaarheid van toekomstig mammogrammen verminderen, zou de indicatiestelling van secundaire excisiebiopten heroverwogen moeten worden.

Primair vs. secundair excisie biopten per 1000 screens.
Benigne vs. maligne excisie biopten per 1000 screens.