Delta Peritoneal Cancer Index (∆PCI): een nieuwe dynamische prognostische parameter voor overleving van patiënten met peritoneale metastasen van colorectale origine


J.E.K.R. Hentzen, W.Y. van der Plas, H. Kuipers, S. Ramcharan, L.B. Been, F.J.H. Hoogwater, R.J. van Ginkel, G.M. van Dam, P.H.J. Hemmer, S. Kruijff

Vrijdag 30 november 2018

11:00 - 11:07u in Zaal 4

Categorieën: (V) vrije voordracht, Colorectaal (maligne), Gastrointestinale chirurgie

Parallel sessie: V04 GE


Introductie

De sterk prognostische voorspellende Peritoneal Cancer Index (PCI) beschrijft de uitgebreidheid van peritoneale metastasen bij colorectale kankerpatiënten en wordt gebruikt in het selectieproces voor cytoreductieve chirurgie (CRS) en hyperthermische intraperitoneale chemotherapie (HIPEC), ondanks dat tumorprogressie over tijd niet beoordeeld wordt. Mogelijk is progressie van PCI (∆PCI) een betere prognostische factor.

Methode

Colorectale kankerpatiënten die tussen 2011 en 2018 een diagnostische laparoscopie (DLS) ondergingen ter beoordeling van uitgebreidheid van peritoneale betrokkenheid en geschikt bleken voor CRS+HIPEC werden prospectief geïncludeerd. Om een geschikte kandidaat te zijn diende de PCI score onder de 20 te liggen. Progressie van PCI (∆PCI) tussen de DLS en de daadwerkelijke CRS+HIPEC werden in combinatie met follow-up gegevens verzameld. Patiënten werden onderverdeeld in drie subgroepen: ∆PCI 0-3 (stabiele ziekte), ∆PCI 4-9 (lichte progressie) en ∆PCI ≥10 (forse progressie). Een Kaplan-Meier analyse en een multivariate Cox Regressie werden uitgevoerd om het effect van progressie van PCI op overleving te beoordelen.

Resultaten

Eenentachtig patiënten (∆PCI 0-3 n=31, ∆PCI 4-9 n=35 en ∆PCI≥10 n=15) met gemiddeld 17 maanden follow up werden geanalyseerd. Tijd tussen DLS en CRS+HIPEC bedroeg gemiddeld 5 weken en was vergelijkbaar tussen de groepen (p = 0.444). Overleving in de ∆PCI 0-3, ∆PCI 4-9 en ∆PCI≥10 groepen bedroeg respectievelijk 41, 27 en 14 maanden (p = 0.011). In multivariate analyse – waarin gecorrigeerd voor PCI tijdens CRS+HIPEC en resectiestatus – bleef ∆PCI een onafhankelijke risicofactor voor overleving: ∆PCI 4-9 hazard ratio (HR) 2.6 (95% betrouwbaarheidsinterval [CI] 1.0-7.0, p = 0.050) en ∆PCI≥10 HR 3.2 (95% CI 1.0-10.1, p = 0.046).

Conclusie

Een hoge ∆PCI score is een onafhankelijke dynamische prognostische factor voor overleving en weerspiegelt mogelijk een agressievere tumor biologie in colorectale patiënten met peritoneale metastasen. HIPEC chirurgen moeten CRS+HIPEC heroverwegen wanneer zij tijdens exploratieve laparotomie geconfronteerd worden met een ∆PCI≥10, ondanks dat de statische PCI score onder de 20 is.

Peritoneal Cancer Index (PCI): ter beoordeling van uitgebreidheid van peritoneale betrokkenheid door grootste tumor deposities in 13 abdominale regio's te scoren van 0 tot 3. Hoe hoger de score, hoe uitgebreider de peritoneale betrokkenheid.
Kaplan-Meier Curve: Overleving van 81 colorectale kankerpatiënten met peritoneale metastasen onderverdeeld in de ∆PCI groepen: ∆PCI 0-3, ∆PCI 4-9 and ∆PCI ≥10.