Levensduur van overbruggende stents in branched en gefenestreerde endovasculaire uitschakeling van het thoraco-abdominale aneurysma


A. de Niet, R.B. Post, M.M.P.J. Reijnen, C.J. Zeebregts, I.F.J. Tielliu

Vrijdag 30 november 2018

11:32 - 11:39u in Zaal 3

Categorieën: (V) vrije voordracht, Vaatchirurgie

Parallel sessie: V03 Vaatchirurgie


Doel

Het vaststellen van de levensduur van overbruggende stents in branched en gefenestreerde endovasculaire uitschakeling (b/f EVAR) van het thoraco-abdominale aorta aneurysma (TAAA).

Methode

Een retrospectieve database analyse werd gedaan naar patiënten behandeld met b/f EVAR voor een TAAA. Computer tomografie angiograms (CTA) werden geanalyseerd voor vaatdoorgankelijkheid, hoek en migratie van de overbruggende stents, diameter van de aneurysma zak en migratie van de endoprothese.

Resultaten

Achtentwintig patiënten met een mediane leeftijd van 70 jaar (interquartiele range (IQR) 67-77) werden geïncludeerd. Geassisteerd technisch succes was 89%. De 30-dagen overleving was 23/28, derhalve was de mediane follow-up in deze groep 5.3 jaar (IQR 2,9-7,2) en respectievelijk de 1-, 3-, en 5-jaars overleving 69±9%, 65±9% en 44±10%.

Tijdens de follow-up waren 12/47 (26%) van de branches geoccludeerd en in 5/47 (11%) werd een stenose van 70-99% gezien. Eén branch-stent brak en leidde tot een 50-70% stenose. Twee stents in fenestraties occludeerden, beiden in dezelfde patiënt, resulterend in overlijden. Eén stent was uit de fenestratie verschoven, wat leidde tot een endoleak waarvoor een extra stent werd geplaatst. De 1-, 3- en 5-jaar vrij van complicaties overleving was 74±7%, 71±7% en 56±8% in branches en 100±0%, 96±4% en 89±7% in fenestraties.

Hoewel niet statistisch significant, verplaatste de overbruggende stent distaal met 0.5mm (IQR -1,9-1,4). In 10 branches de migratie was meer dan 10mm, variërend van 14,1 mm naar binnen tot 23,0 mm naar buiten verplaatsend. De branch-stent migraties resulteerde in een occlusie van één en een type III endoleak in een andere. In de fenestraties slechts één stent verplaatste naar buiten met 17mm, zonder klinische consequenties. De hoek tussen de branch en stent veranderde met 4º (IQR -14 to +2). In 23 branches was deze hoek meer dan 10º, resulterend in een occlusie in 7, een stenose van 70-99% in 3 en een 50-70% stenose in vier. In 3 casus verplaatste de endoprothese meer dan 5mm naar caudaal, waarbij zowel een stent breuk in een fenestratie stent als een branch-stent optrad. Grote krimp in de aneurysma zak beïnvloede deze migratie. De 1-, 3- en 5-jaars reinterventie-vrije overleving was 91±6%, 91±6% en 69±12%.

Conclusie

De anatomische configuratie van branches in b/f EVAR bij TAAAs verandert over de tijd. De verplaatsing van overbruggende stents vergroot de kans op stenose en occlusie. In de follow-up na b/f EVAR kunnen CTA metingen van de aneurysma diameter, endoprothese migratie, stent lengte en hoek vroegtijdig disconnectie, stenose en occlusie op sporen.